DE LEGENDARISCHE STRIJD TUSSEN BARTALI EN COPPI

30 December 2021 Door Elien Kaes Geschiedenis

Gino Bartali

Bartali zal voor eeuwig een Italiaanse wielerheld zijn, niet alleen door zijn indrukwekkende overwinningen, maar ook door zijn prachtige rijstijl. Hij kon sprints winnen als het nodig was, maar waar zijn fans echt helemaal enthousiast over waren, was hoe hij zijn tegenstanders kon verslaan door te ervandoor te knallen in de bergen. Zo kon hij onder andere de Giro d’Italia driemaal winnen, maar ook in de Tour de France was hij succesvol. In 1938 eindigde hij met de gele trui om zijn schouders in Parijs en precies tien jaar later, in ‘48, slaagde hij hier opnieuw in. Ook heel impressionant zijn de etappezeges die Gino tijdens zijn carrière behaalde: 12 etappes in de Tour en 17 in de Giro.

Gino Bartali wint de Giro d’Italia in 1946

Fausto Coppi

Fausto Angelo Coppi was één van de beste en elegantste wielrenner uit de wielergeschiedenis. Hij kon bijna alles winnen: van eendagswedstrijden, etappekoersen, tijdritten tot baanraces. Zo kon ook Fausto veel magnifieke overwinningen op zijn naam schrijven waaronder vijf eindzeges in de Giro d’Italia en twee eindzeges in de Tour de France. Verder won hij op eendagswedstrijden vijfmaal de Ronde van Lombardije, driemaal Milaan-San Remo en eenmaal Parijs-Roubaix. Bovendien behaalde hij ook nog de wereldtitel in 1953 en haalde hij in 1942 een nieuw werelduurrecord!

Fausto Coppi

De rivaliteit tussen de twee Italiaanse renners

In 1939 zagen de teamleiders van het Legano wielerteam, waar Gino Bartali de kopman was, een nieuw talent opkomen, genaamd Fausto Coppi. Al vanaf het begin was Coppi heel assertief en zelfzeker, wat de meeste ‘knechten’ niet zouden durven te tonen. Bartali en Coppi waren in alle opzichten tegenpolen. Bartali kwam van het platteland, was stevig gebouwd en kon wel genieten van een glaasje wijn bij zijn pasta. Coppi was daarentegen het symbool van een moderne wielrenner, die zich aan een strikt dieet en trainingsschema hield. Al snel fietste de twee dan ook al tegen elkaar in plaats van met elkaar. De vijandige band tussen de twee werd legendarisch, winnen was niet meer belangrijk, maar elkaar verslaan wel.

De oorlog tussen Fausto en Gino begon tijdens de Giro d’Italia waarbij Bartali geblesseerd geraakte, maar niet afgaf en op pure wilskracht doorzette. Bartali was op dat moment de kopman, toch bleef Fausto steeds aanvallen, waardoor Pavesi (de ploegleider) zich in een lastige situatie bevond. Hij wou Gino graag steunen, maar hij wou ook graag winnen. Daarom deed hij teken naar Fausto dat hij mocht aanvallen. Meer had hij natuurlijk niet nodig en hij ging vol in de aanval. Hierdoor werd hij die dag tweede in het algemeen klassement en later won hij ook nog de felbegeerde “Maglia Rosa”. Vanaf dat moment viel het niet meer te ontkennen, Italië had niet langer één ‘Campionissimo’ (kampioen der kampioenen), maar twee.

Bartali gevolgd door Coppi op de Giro in 1940

Hierna was er een hele tijd vrede tussen Fausto en Gino. Echter sloeg dit weer om in de Ronde van Emilia het volgende seizoen. Ondertussen was de oorlog uitgebroken en was deze nationale klassieker het enige wat de Italianen nog hadden, iedereen leefde dus sterk mee met deze wielerwedstrijd. In 1940 kon Gino de eerste plaats bemachtigen en dit wou hij in ‘41 overdoen. Het zag er ook naar uit dat dit zou lukken, want bij de tactiek bespreking de avond voor de wedstrijd gaf Fausto aan dat hij hierbij zou helpen. Hij was ziek en dus niet in topvorm, daarom stelde hij voor dat hij vanaf de start zou aanvallen, en hiermee Bartali kon helpen. Hij zou zorgen dat hij kon ontsnappen en dan zou hij stoppen. Fausto kon inderdaad ontsnappen, maar dit deed hij tot hij als eerste over de finishlijn reed. Hierna confronteerde Gino Fausto, waarop Fausto verklaarde dat hij zich ineens beter voelde en dus besloot om van het plan af te stappen.

Na deze rit zagen ze elkaar lange tijd niet doordat Bartali in 1943 moest onderduiken voor de oorlog en Coppi krijgsgevangene was in Noord-Afrika. De wedstrijden werden pas na de oorlog, in 1946, terug opgestart. Tegen deze tijd was Coppi van wielerteam veranderd, waardoor hij niet langer rekening moest houden met Bartali en zich volledig kon geven voor de winst.

Dat Fausto een sterke wielrenner was, wist Bartali ondertussen al. Hem verslaan zou een moeilijke opdracht worden. Gino ging steeds op zoek naar Fausto’s zwakke punten. Dit loonde tijdens de Giro d’Italia, waar Gino doorhad dat Fausto last had van een gezwollen ader in zijn knieholte. Vanaf het moment dat deze opzwol, wist Gino dat Fausto zwakker was en ging hij in de aanval. Dat jaar kon Bartali dan ook winnen van Coppi.

Bovendien was Bartali er steevast van overtuigd dat Coppi iets moest nemen om zo goed te zijn. Hierom ging hij steeds op zoek naar doping in Coppi’s omgeving. Het ging zelfs zo ver dat Gino steeds een hotelkamer zo dicht mogelijk bij Fausto boekte, zodat hij voor een wedstrijd zijn kamer kon onderzoeken voor doping. Echter slaagde Gino er nooit in om dit te kunnen bewijzen.

De rivaliteit bereikte een hoogtepunt tijdens het Wereldkampioenschap van 1948. Door hun eenzijdige focus op hun persoonlijke rivaliteit, moesten ze beiden opgeven. Hiermee stelde de Italiaanse wielerbond dat ze hun Italiaanse prestige niet ter ere hadden gehouden en alle supporters teleurstelde. Daarom werden ze allebei drie maanden geschorst.

De vete tussen de twee getalenteerde wielrenners ging nog een tijd lang door. Echter nam deze tegen het einde van Gino’s carrière af: zijn vurige verlangen om te winnen kon het ouder worden niet overwinnen. Hun rivaliteit kwam uiteindelijk mooi ten einde. Op het einde van het seizoen in 1959 was Gino directeur van zijn eigen ploeg. Hij tekende Fausto op 40-jarige leeftijd om zijn ploegkapitein te zijn in het volgende seizoen. Jammer genoeg mocht het zo niet zijn: Fausto Coppi liep in 1959 in Opper-Volta (het huidige Burkina Faso) malaria op. Zijn Italiaanse dokters herkende de ziekteverschijnselen niet en gaven hem medicatie voor een longontsteking, welke zijn ziekteproces versnelde en Fausto deze strijd verloor. Hierna hield ook Bartali’s team niet lang stand, ze hadden de vurige Fausto Coppi nodig.

Gino Bartali en Fausto Coppi op de Tour de France in 1949

--

Ben je net als ons een grote fan van de wielersport? Houd dan zeker onze blog in de gaten. We plaatsen regelmatig nieuwe verhalen over wielerweetjes, opmerkelijke gebeurtenissen en updates van ons assortiment die zeker het lezen waard zijn!


Voeg je reactie toe